Interreligieuze conferentie in Marokko

Interreligieuze conferentie in Marokko

Van 9-12 oktober heb ik, vooruitlopend op de Utrechtse tijd van de PThU, in Marokko deelgenomen aan een conferentie van het Utrechts Platform voor Religie en Levensbeschouwing (UPRL) samen met de Marokkaanse Mogador Foundation over het onderwerp “Zorg voor de aarde.” Ikzelf was deel van een zevenkoppige delegatie van de Liberale Joodse Gemeente Utrecht. De andere Utrechtse deelnemers waren Moslims, Boeddhisten, en leden van verschillende Christelijke kerken waaronder de Geertekerk, de Remonstrantse Gemeente Utrecht, de Nederlands-Arabische Kerk van de Nazarener, en de EBG Utrecht. Prof. James Kennedy, historicus van de UU, reisde ook mee om vanwege de Nederlandse deelnemers de keynote lezing te houden. Onze Utrechtse groep van dertig mensen werd ontvangen door de Marokkaanse Mogador Foundation in de historische havenstad Essaouria aan de Atlantische oceaan. Na de vreselijke aardbeving die grote delen van Marokko heeft getroffen was “Zorg om de aarde” een zeer relevant thema. James Kennedy heeft een mooie lezing gehouden, we hebben veel geleerd van de Marokkaanse inspanningen voor de natuurlijke opwekking van energie en de uitbanning van plastic (nog niet heel overtuigend) en we zijn met een gemeenschappelijk statement naar huis gegaan.

In Marokko was de conferentie groot nieuws want er was zelfs een uitgebreide reportage op de TV en op andere media [bekijk op computer, niet op telefoon]: https://www.maptv.ma/produit/essaouira-la-question-de-prendre-soin-de-la-terre-en-debats/. Zoals te zien is mocht ik dienst doen als ad-hoc vertaler uit het Frans.

Vanwege de zeer recente terroristische aanslagen in Israël was het echter erg moeilijk, vooral voor de Joodse delegatie, om de aandacht bij dit onderwerp, hoe belangrijk ook, te houden. In het officiële programma konden de aanslagen niet echt gethematiseerd worden. In ontmoetingen met vooral individuele, Marokkaanse, deelnemers, voor en na de conferentie hebben wij echter heel evenwichtige en wijze standpunten gehoord, vooral gericht op menselijkheid en vrede, en afschuw van het vreselijke terroristische geweld waarvan men ons verzekerde dat het ook tegen de regels van de Islam ingaat. Een jonge muzikant van een “Atlantisch-Andaloesische” muziekgroep kwam bij ons zitten lunchen in de oude Mella (Joods kwartier) nadat hij snel naar de moskee was geweest voor het middaggebed. Hij had door heel Israël gereisd en sprak een paar woorden Ivriet. Ook heeft men ons meegenomen naar prachtige historische plekken die de eeuwenlange geschiedenis van samenleven tussen Joden en Moslims in Essaouira, die men hier bijzonder koestert, weerspiegelen. We werden meegenomen naar een schitterend museum in het herenhuis Beit Dakira, met een huissynagoge, en naar de mooie oude Pinto synagoge, waar een Islamitische vrouw, waarvan we allen dachten dat ze Joods was omdat ook zij Ivriet sprak en alles wist van de Tora-dienst, ons rondleidde. We weten ook dat “zelfs” Marokko geen Utopia is: het feit dat men in Essaouira geen minjan—tien Joden (in de Orthodoxie: mannen) nodig voor een gemeenschappelijk gebed—meer heeft als er geen toeristen in de buurt zijn zegt genoeg over de samenleving tussen Moslims en Joden daar vandaag. Maar het belang dat men hecht aan de historische boodschap van “convivencia”, ook vandaag en voor de toekomst, is hoopgevend.

De speciale adviseur van de Marokkaanse koning, de Joodse Andre Azoulai, die in feite onze gastheer was, hebben we niet gezien. Die was te druk met de koning en zijn inspanningen voor bemiddeling in Israël. We kunnen alleen maar hopen dat het een beetje effect heeft.